Preventie- en integriteitsbeleid

 

Binnen onze vrijwilligersorganisatie wordt gewerkt met minderjarige kinderen. Het nummer 1 uitgangspunt van onze organisatie is dat deze kinderen bij onze vrijwilligers in veilige handen zijn. Als organisatie doen wij al het mogelijke om deze veiligheid te waarborgen. Op deze pagina kunt u meer lezen over de manier waarop onze organisatie deze veiligheid waarborgt. 

VOG
Elke vrijwilliger binnen de organisatie is verplicht een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) aan te vragen. Het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport zoekt uit of er in het verleden van de vrijwilliger dingen zijn voorgevallen die reden geven de integriteit van deze persoon in twijfel te trekken. Zonder VOG mag een vrijwilliger niet bij ons aan de slag. 

Gedragsregels
NOC/NSF – Gehandicaptensport Nederland (hierna koepelorganisaties) heeft gedragsregels opgesteld die door alle vrijwilligers moeten worden gesteund. Elke vrijwilliger van Sportvereniging KIS (v/h Kennenemer Invaliden Sportclub – KIS- ) heeft deze doorgenomen en ondertekend. 

De koepelorganisaties vinden een veilige fysieke en sociale omgeving voor haar (jeugd)leden en vrijwilligers belangrijk. Een van de hulpmiddelen daarbij is het gebruik van een gedragscode. Hierin staat wat wel en niet gewenst is in de omgang tussen vrijwilligers en leden. Veel grenzen in het contact tussen vrijwilligers en leden binnen de KIS zijn niet eenduidig. Het ene lid wil even persoonlijke aandacht als het troost zoekt, het andere lid heeft behoefte aan een fysieke aandacht en weer een ander lid vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Zeker bij onze leden met een verstandelijke beperking is de grens zeer persoonlijk. Hierover kunnen dus nooit precies grenzen worden afgesproken die voor alle leden en in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook, want voor veel leden is dichtbijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om maatschappelijk te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen vrijwilligers en leden die bij ons komen absoluut ontoelaatbaar zijn!

Daarom hebben wij als vereniging voor al onze vrijwilligers een gedragscode opgesteld. Deze is opgenomen in het Huishoudelijk reglement en daardoor voor alle leden van toepassing. De gedragscode vormt een aanvulling op het Wetboek van Strafrecht waarin is opgenomen is wat juridische grenzen zijn voor wat betreft ontoelaatbaar gedrag.

  1. De vrijwilliger zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen elk lid zich veilig en gerespecteerd voelt
  2. De vrijwilliger gaat zo om met een lid dat zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast
  3. De vrijwilliger dringt niet verder door in het privéleven van het lid dan functioneel noodzakelijk is
  4. De vrijwilliger onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van een lid. Alle seksuele handelingen, -contacten en -relaties tussen vrijwilliger en lid tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik

 

  1. De vrijwilliger raakt de het lid niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden
  2. De vrijwilliger gaat tijdens activiteiten en sporturen met respect om met leden en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals zwembaden, sportzalen, omkleedruimten, douches etc

 

  1. De vrijwilliger beschermt het lid naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij het lid is betrokken, wordt nageleefd
  2. Als de vrijwilliger gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen
  3. De vrijwilliger krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn
  4. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de vrijwilliger in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact treden met een door het bestuur aangewezen persoon